Post Tagged ‘halfzoet’

Een Duitse wijnboer waar ik eens op bezoek was zei het al: iedereen vraagt om “droge” wijn, dat is mode. Maar als ze een werkelijk droge wijn geserveerd krijgen, vinden ze hem vaak ‘te zuur”.

Wat is nu precies “droog”, hoe zit het wettelijk?
Droog (trocken, sec, dry) betekent <4gram restsuiker per liter óf <9gr/l en het verschil met het zuurgehalte is kleiner dan 2gr/l (bijv.8gr suiker en 7gr zuur)
Halfdroog :<12gr/l of  <18gr/l en minder dan 10gr/l verschil met het zuurgehalte
Halfzoet :<45gr/l
Zoet : >45gr/l
(Bij champenoises werkt het (natuurlijk) weer anders. Overigens is dat ook verklaarbaar: behalve tegenwicht voor het zuur dat in de druiven zit, moet er wat extra tegenwicht zijn voor het gevormde koolzuur. De “zoetheid” wordt geregeld door de dosage: de hoeveelheid suiker die erbij gaat, net voor de fles wordt afgesloten.(Brut/sauvage/integrale/ultra=0  , Brut nature=0-3 , extra brut = 0-6 , brut=3-15 , extra dry=12-20 , dry/sec=17-35 , demisec=33-50 , doux=>50))

Vooral wijnen van een druif als de Riesling, die het toch vooral van zijn mooie zuren moet hebben zijn goede voorbeelden van wijnen die droog heten te zijn, maar toch vaak 6-8gram suiker bevatten. Of je dit lekker vindt is natuurlijk een kwestie van smaak, maar vooral als de wijn iets gerijpt is, de suikers en zuren perfect met elkaar in harmonie zijn komt het fijne van de riesling goed tot zijn recht.

Wat vooral niet uit het oog verloren moet worden is dat er verschil is tussen de “chemische analyse” en onze smaakperceptie. Een wat hoger alcoholgehalte kan een zoetige indruk wekken. En een wat vollere complexere wijn kan zo vol smaakstoffen zitten, dat u ook daarvan mogelijk denkt dat het “suiker” is. Ook een gebrek aan zuren kan het kleine beetje suiker wat meer op de voorgrond laten treden en verder kunnen er verschillende suikers in de druiven zitten, waarvan de een een wat grotere zoetcapaciteit kan hebben dan de ander. En het ene zuur is het andere niet..

Natuurlijk heb ik in mijn assortiment diverse rieslings, waarmee u de theorie eens mooi in de praktijk kunt testen.
Als eerste is daar de Dorsheimer Pittermänchen van Schömehl, op papier heet die halbtrocken te zijn, maar het is bijzonder aardig om deze eens met bijv. de Dorsheimer Goldloch  te vergelijken.
Een apart hoofdstuk vormen de wijnen van Querbach. Peter Querbach stelt: als de gisten ophouden met alcohol uit suiker te maken, dan is de suiker dus (bijna) op en is het dús een droge wijn. Dat gaat misschien wat te ver, bepaalde gisten laten zich wat gemakkelijker uit het veld slaan dan anderen, maar in ieder geval is het resultaat bij Querbach wel bijzonder. Bijzonder ook, omdat ze de tijd nemen. Probeert u eens de no.1 of 2 uit 2000!!! Dan weet u wat ik bedoel met harmonie!
En probeer er een jongere (2007 of 2008!) naast. De fijne cremigheid, de fruitige honingtoets: rieslings zonder weerga.

Weet je wat: ik zet een proefdoos Riesling op de site! Genieten op uw zomerse avonden!