Post Tagged ‘rood vlees’

In Süd-Tirol (Alto Adige) en Trentino is er een wijn gemaakt vanvernatsch druiven die men Schiava noemt in het italiaans. Ze hebben ook allemaal een duitse naam, maar die varieert: Grauvernatsch, Vernatsch en Edelvernatsch. Ik verkeerde in de veronderstelling, en zo had ik het van de wijnmakers ook begrepen, dat het hier om lokale varianten in naamgeving ging en de subtiele verschillen in smaak door het terroir te verklaren waren. Maar nu ik wat dieper er in duik voor dit artikel blijkt dat het wel degelijk over iets grotere verschillen gaat.

Eerst iets over de herkomst van de naam: Vernatsch zou stammen van het latijnse woord vernaculus, dat inheems of geboren betekent. Schiava van het latijnse sclavus, slaaf, wat dan weer zou slaan op de manier van aanplanten en dus niet duidt op een afstamming uit Slavonie, wat ook wel eens gesuggereerd wordt. Ook de theorie dat de druif zijn oorsprong heeft in Georgie en Armenie kan niet met DNA-onderzoek worden bevestigd. De naam waaronder de druif in Duitsland bekend is is Trollinger wat een verbastering is van Tyrolinger, stammend uit Tyrol. De oorsprong in Noord-Italie is wel de meest voor de hand liggende.edelvernatsch

Er zijn 4 Schiava-soorten: gentile, grossa, griggrauvernatschia en lombardo. Deze blijken genetisch toch nog redelijk van elkaar te verschillen.
⇒Gentile of Edelvernatsch: kleine druiven uit Süd Tirol leveren een geurige, fruitige wijn met weinig tannine en een milde zuurgraad met hints van viooltjes en amandel.
⇒Grigia of Grauvernatsch: iets grotere en donkerdere druiven die een zelfde soort wijn levert als de Edelvernatsch, met misschien iets meer tannines en kleur. De naam komt van de grijzige waas die over de plantendelen hangt.
⇒Grossa of (Gross)Vernatsch (en de duitse Trollinger) is de meest voorkomende soort(o.a.ook in Lombardije, Valtellina, Duitsland en Japan). Zoals de naam al suggereert zijn de druiven en trossen een stuk groter en ze worden ook wel als tafeldruif gebruikt. De wijn lijkt sterk op die van de andere soorten.
⇒Lombardo. Deze soort stamt uit Lombardije en staat genetisch het verst van de anderen.De wijn wordt meestal gebruikt in blends met andere soorten.

Zoals gezegd komt de wijn van deze druiven vooral uit Lombardije, Süd-Tirol en Trentino. Hij is ook voor 85-90% naast Pinot noir en Lagrein, vertegenwoordigd in o.a.de Meraner, Bozener Leiten , Sankt Magdalener en Kalterer See.

De wijnen worden vooral door de lokale bevolking in de zomer gedronken, licht gekoeld. Aanbevolen bij antipasti, vleeswaren en de Italianen drinken hem vanwege zijn geringe en zachte tannines en milde alcohol- en zuurgraad ook wel bij vis. Dat zie je mij dus ook adviseren in mijn 4e TV-optreden (vanaf min.30)

Over de Arneis heb ik al eerder geschreven: dat verhaal vindt u hier.

halgarten2000In mijn 3e TV-optreden (vanaf minuut 27.5) zie je mij stuntelen met de gepatenteerde kroonkurk van Peter Querbach. Peter was het geklaag over “Korkgeschmack” in zijn wijnen zo beu, dat hij op zoek ging naar alternatieve sluitingen. In die tijd (jaren 90) was de schroefdop nog niet voldoende ontwikkeld, de glassluiting te duur en ook geperste of plastic kurken voor Peter niet acceptabel. Het idee kwam waarschijnlijk uit de champagne en sektmakerij: de flessen worden daar ook tijdens de 2e gisting met een kroonkurk afgesloten. Nu heeft een gewone kroonkurk, zoals we die allemaal kennen van het bierflesje, 2 nadelen.

Ten eerste de “inlay”, het plasticje aan de binnenkant. Bij een bierflesje is deze van PVC, maar dat geeft op termijn smaak af aan de wijn, dus maakte Peter dit van PE, een inerte kunststof die geen smaak afgeeft. Ten tweede het materiaal van de kroonkurk zelf. Bij een gewoon flesje is dit van ijzer; het roest ook als het buiten heeft gestaan en natgeregend is. Maar Peter maakt zijn kurk van roestvrij staal. Bijkomend voordeel: RVS is zachter en buigt dus iets terug na opening. Hierdoor is hij weer te gebruiken om de fles weer af te sluiten!

Verder doet Peter aan “Spontangärung”, de natuurlijke gisten die op de druiven zitten verzorgen de gisting. Hij grijpt hier totaal niet in en laat dit proces bijna een jaar lopen. Het resultaat is een wijn met veel meer complexiteit en nuances en een lange levensduur. Smaken en aroma’s komen namelijk voor een niet onbelangrijk deel van de gistcultuur en de van nature aanwezige gisten zijn wat diverser dan de moderne “fabrieksculturen”.Lagrein 10
Het enige nadeel is dat je niet precies weet wat er gebeurt en dat natuurlijke gisten iets minder sterk kunnen zijn dan de gekweekte. De gisting zal dan mogelijk stoppen, voordat alle suikers in alcohol zijn omgezet. Dat is voor Riesling echter geen ramp, die heeft iets restsuiker nodig tegenover zijn hoge zuurgraad en bovendien horen extreme alcoholgehaltes niet bij deze wijnen. De door de gisten geproduceerde zwavelverbindingen zorgen vervolgens voor een lange houdbaarheid, zonder dat Peter er zwavel aan toe hoeft te voegen. Het gevaar van oxidatie is ook door zijn kroonkurk sterk gereduceerd. Jammer, dat veel mensen de ratio van dit geheel niet zien… Eigenlijk is het geniaal, zoals ook Querbach’s wijnen!

Het bewijs voor dit alles kunt u terugzien in de wijnen uit ons assortiment: 2011 is het jongste dat ik in huis heb en het advies van Peter is om deze nog niet te drinken. U treft dus bij ons Rieslings van 2000 tot 2010 in de verkoop!

Op TV gingen we uiteindelijk voor de Lagrein. Hier schreef ik reeds over in blog 26.

 

Daar moest ik aan denken, omdat laatst die vraag weer boven kwam: komt hij uit Spanje of uit Turkije?

Enfin, ik kom hierop, omdat ik het in het kader van bijzondere druivenrassen met u over de St.Laurent wil hebben. En dat komt weer, omdat ik hem afgelopen zaterdag heb geadviseerd bij de pasta met ragu in het tv-programma “Bij ons aan tafel” rebsorte_sankt_laurent

Ook met de St. Laurent is namelijk een zelfde soort discussie over de herkomst van de druif. Jarenlang waren oude geschriften en mondeling overgeleverde verhalen de enige bronnen om uit te putten en menig verhaal is zo een eigen leven gaan leiden. De Saint Laurent zou uit de Elzas stammen en nauw verwant zijn aan de pinot noir. Hij zou via Duitsland in Oostenrijk terecht gekomen zijn. Op vele websites treft u dit verhaal aan. Een andere theorie verwijst weer naar een andere franse herkomst uit een dorpje dat Saint Laurent heet. Maar Jancis Robinson, Julia Harding en vooral de zwitser José Vouillamoz hebben voor hun standaardwerk over druivenrassen ook geput uit DNA-onderzoek en concluderen op basis daarvan, dat de druif hoogstwaarschijnlijk Sankt Laurent moet heten , uit Oostenrijk stamt en ondanks zijn smaakovereenkomsten genetisch helemaal niet zo verwant is aan de pinot noir….  Ook over de naamgeving is onduidelijkheid; de meest bekende veronderstelling heeft te maken met de naamdag van de heilige Laurentius, de schutspatroon van de koks, op 10 augustus. Rond die dag begint namelijk de rijping van de druiven.

St.Laurent is een middelvroeg rijpend ras, dat goed tegen de winterse vorst kan, maar wel kwetsbaar bijst-laurent1 verlate vorst in het voorjaar, omdat hij al vroeg bloeit. En ook regen aan het eind van het seizoen is iets wat de wijnboer liever niet heeft.

De druif is aangeplant in Duitsland, waar hij een ware revival meemaakt (een kleine 700ha), Oostenrijk (ruim 800), ten oosten en zuiden van Wenen, maar vooral in Slowakije en Tschechie (ieder zo’n 1500ha) waar het de meest voorkomende rode druif is.

St.Laurent levert over het algemeen wijnen die aromatisch, vol van kleur en smaak zijn, maar ook goed van structuur, fijne tannines en een frisse morellensmaak, wat aan een krachtige pinot noir doet denken. De betere kwaliteiten lenen zich ook voor enige houtrijping.slrxkl

Ik adviseerde bij de ragu de St.Laurent van Paul Lehrner uit Mittelburgenland. Maar in ons assortiment hebben we diverse St.Laurent-wijnen, waaronder bijvoorbeeld ook nog de biologisch gemaakte “Rosengarten” van Mariel (blend met Pinot noir), Laurenz van Müller en de Exklusiv en Reserve van Gisperg. Vooral die laatste heeft indruk op mij gemaakt toen ik zeker een kwartier lang heb zitten nagenieten van het lege glas(!). Ik kan u dit zeker aanbevelen, ruiken aan het glas , even nadat u het hebt leeggedronken. Er gaat een nieuwe wereld voor u open….

 

 

DSCF3332

DSCF33572

Luca Maroni en Ad Wijne

Vorige week was ik op uitnodiging bij de officiele opening van de nieuwe wijnkelder van Montalbera. Deze werd voorafgegaan door een proeverij van al hun wijnen, begeleid door Luca Maroni, de bekendste wijnrecensent van Italië. Luca is erg enthousiast over het werk van dit bedrijf, dat zich ten doel stelt de zeldzame druif Ruchè meer bekendheid te geven.(zie ook de blog van januari 2013) En natuurlijk wou hij graag met mij op de foto.

DSCF3430

De nieuwe oogst Arneis bij Costa, aan het eind van de vergisting.

We bleven nog even in Piemonte en bezochten Alessandro Costa. Deze was weer erg in zijn nopjes: de oogst 2015 was prima en zijn Roero “Gepin” heeft voor de 2e keer op rij drie rode glaasjes in de Gambero rosso behaald. De beste van de klas dus!
Het nevelige najaar in Piemonte is ook het seizoen van de witte truffel. Kostelijk en kostbaar spul!

DSCF3447

Zwarte truffel : 900euro/kg

DSCF3445

Witte truffel op de markt in Alba: 3000euro/kg!

Dat kwam overigens goed uit, want de week daarop waren de eerste opnames voor het TV-programma “Bij Ons aan tafel”, waar  voor ik ben benaderd om wijnadviezen te geven bij de gerechten die chefkok Walter Muis iedere uitzending bereidt. Zaterdag 7 november was de eerste uitzending die je hier terug kunt zien (vanaf minuut 32 ben ik in beeld) en vervolgens elke zaterdag om 17.30uur.Herhalingen op zondag 9.30 dinsdag en woensdagochtend 10.30 en maandag en dinsdagavond 17.30uur. Walter kookte pompoen-aardappelpuree met knoflook en rozemarijn met een kalfsgehaktbal en truffel. Een hele uitdaging voor de wijnadviseur!

Maar gewapend met suggesties uit Piemonte die varieerden van “shoot the chef” tot Barbera en champagne, kwamen we tot de keuze Borghetta, Lugana riserva van Avanzi,640x640_borghetta_provvisoria_DYN106 een houtgelagerde wijn gemaakt van de Turbiana-druif van de oevers van het Gardameer. Zijn zachtheid laat de truffel in zijn waarde, zonder direct weggevaagd te worden en zijn frisheid biedt mooi tegenwicht voor het zoet-zalvende van de puree. Maar na de uitzending probeerden we toch nog even de Nebbiolo d’Alba van Costa  nebbiolo d'albaen dat was bij nader inzien een nog mooiere combinatie. Wijn en gerecht haalden allerlei extra dingen bij elkaar naar boven, het ideale plaatje bij een wijn-spijs combinatie.

De herfst mag dan koud en donker aanvoelen, maar voor de wijn is het misschien wel het lekkerste seizoen…!
Smakelijk.

 

Zo wordt de Aglianico ook wel genoemd. Het zuiden betreft hier niet Limburg, maar Italie.

De Aglianico is een oud druivenras, waarvan men heel erg lang heeft gedacht dat het een druif was, die door de Grieken was meegebracht toen ze het zuiden van Italie gekoloniseerd hadden, zo’n 2600 jaar geleden. Aglianico zou dan afkomstig zijn van hellanico, grieks. Deze theorie is in de 16e eeuw ontstaan. De naam Aglianico duikt dan voor het eerst op in de geschriften en de schrijver suggereert deze verbastering en het verhaal heeft eeuwen standgehouden.

Wat ik nu zo grappig vind is dat deze theorie vanuit enkele totaal verschillende invalshoeken onderuit gehaald is.
De eerste invalshoek is een logische: DNA-onderzoek heeft uitgewezen dat er geen enkele verwantschap is, met welke Griekse druif dan ook. Deze wetenschappers stellen, dat de Aglianico al sinds mensenheugenis in Zuid-Italie thuis is.
Minder voor de hand liggend is de taalkundige verklaring(!!); in die oude tijd bestond het “hellenisme” niet als zodanig; grieks werd aangeduid met “graecus” door de oude bewoners van Italie. En er komt dan een geschiedkundige verklaring bij: in de 16e eeuw was dat stuk van Italie door de Spanjaarden bezet. Het spaanse woord llano (vlakte) zou meer in de richting komen, daar de druif dan aangeduid zou worden als “(L)a glianico”, komende van de (hoog)vlakte.

En dat laatste klopt ook, de druiven groeien voornamelijk op de 200 tot 600m hoge vlaktes in het binnenland van Campania en Basilicata. Vooral op vulcanische ondergrond doen ze het goed, zoals op de hellingen van de vulkaan Vulture.
Hier , als DOC Aglianico del Vulture en in Campania als DOCG Taurasi, worden de mooiste wijnen van de Aglianico gemaakt.

Nu heb ik de vorige keer de Arneis als een lastig kereltje beschreven, maar ook de Aglianico heeft zo zijn gebruiksaanwijzing. Ook deze druif was na de Phylloxera-epidemie (mogelijk ook om die reden) vrijwel van de aardbodem verdwenen. De inzet van mensen als Mastroberardino en d’Angelo en later de Cantina di Venosa hebben voor een ware revival gezorgd, ook hier natuurlijk weer ondersteund door nieuwe inzichten in wijnbouw en keldertechnieken.

De benaming “Barolo van het zuiden” is niet voor niets gekozen; Aglianico hoort met Sangiovese(Brunello) en Nebiollo(Barolo) tot de belangrijkste druiven in Italie en de klassieke Aglianico heeft net als de klassieke Barolo enorm veel tannines die hem weliswaar lang houdbaar maken, maar dat is ook nodig om de tannines te laten rijpen. Met de nieuwere methodes is het mogelijk om de wijnen wat minder hard en sneller drinkbaar te maken, maar het bewaarpotentieel blijft aanwezig.

De Aglianico is de druif die waarschijnlijk het laatst geplukt wordt van alle druiven in Italie. Pluk tot in November is geen uitzondering. Dit is ook nodig om de druif (en zijn tannines) tot volle rijpheid te laten komen, anders wordt het veel te zuur en hard. In tegenstelling tot wat je zou verwachten is het klimaat in deze streken op die hoogtes weliswaar erg warm in de zomer, maar koelt het met name buiten die zomers vooral s’nachts behoorlijk af. Dit is een belangrijke voorwaarde voor druiven om complexiteit, fruit en frisheid te verkrijgen.
Dit tesamen met de mineraliteit uit de vulcanische bodem maken de Aglianico tot de topper die hij op de dag van vandaag is.

Een goed gerijpte Aglianico is donker van kleur, stevig van structuur met donkerrood fruit, chocolade en pruimen in de smaak, fijne tannines en een redelijke zuurgraad, wat tesamen mooi zacht wordt bij oudering van de wijnen. Zoals je zou verwachten een ferme begeleider van een stevig stuk vlees: herfstvoer dus.

Om je te laten kennismaken zal ik ze tijdelijk even in de aanbieding doen. Het einde van de zomer is overigens ook een gepast moment om de rosés tegen een aantrekkelijke prijs in te slaan. Het blijft toch een hardnekkig misverstand dat dat geen echte wijn is. Dat moge dan voor sommige exemplaren zo zijn, maar veel zijn gewoon serieuze wijnen met serieuze (combineer-)mogelijkheden. Enfin, kijk maar op de siteimages23

Mag ik jullie ook nog even wijzen op de vele mogelijkheden die Still Sparkling te bieden heeft:
Proeverijen bij u thuis of op de zaak, abonnementen, begeleiding en adviestrajecten, kerstpakketten; kortom, u kunt met ons alle kanten op. Informeer vrijblijvend op 

of bel! 055-5051333

In de serie ‘bijzondere druivenrassen’ vandaag een schoolvoorbeeld van wat verbeterde technieken in wijngaard en kelder kunnen doen: Lagrein.

In onze studententijd gingen we naar Val Gardena, een van de mooiste skigebieden wat mij betreft, gelegen in de Dolomieten, in Alto Adige of liever Süd-Tirol, want we zijn hier in het duitstalige deel van Italie dat vroeger bij Oostenrijk hoorde.alto adige wijngaard
De mensen zijn hier nog trots op hun verleden en koesteren een aantal overblijfselen daarvan.  Het Ladinisch als oude Volkslatijnse taal, het houtsnijwerk en hun lokale wijn: de lagrein. Ik herinner me deze nog als zwaar, donker, bitter, vol, zeg maar de Guinness onder de wijnen. Best lekker in de koude Dolomietensneeuw bij een bord stevige lokale kost, maar niet direct om de auto mee af te laden.

Maar net als in de rest van de wereld kwam hier verandering in met het aantreden van een nieuwe generatie wijnmakers die nieuwe technieken omarmden om daarmee het beste uit hun regionale trots te halen. En met succes! Als je nu de stukjes op internet leest dan zou je de indruk kunnen krijgen dat Lagrein weinig tannines heeft en niet meer dan “medium-bodied” is. Maar dat is het resultaat van alle inspanningen en ontwikkelingen bij de wijnboer.

De Lagrein is een oud druivenras; reeds in de middeleeuwen wordt er melding van gemaakt. En er zijn leuke anekdotische verhalen in omloop. Door de ene vorst werd hij verboden, omdat zijn soldaten het veel te lekker vonden. Het gevolg daarvan laat zich raden… Een andere vorst maakte er de officiele staatsdrank van, vanwege zijn eigen voorkeur. Het kan verkeren.
Ook over de afkomst deden natuurlijk de wildste verhalen de ronde, maar moderne DNA-technieken laten zien dat het een kruising is van Teroldego(een andere lokale druif uit de streek) met een nog onbekend ander ras, en dat er familiale verwantschap bestaat met Marzemino, Dureza (en dus Shiraz), Refosco en Pinot noir. Een herkomst uit Griekenland of verwantschap met Schiava is hiermee minder waarschijnlijk geworden.lagreintros

Zoals gezegd, Lagrein wordt voornamelijk verbouwd in Alto Adige en het grensgebied met Trentino. Er zou zo’n 400-500 hectare mee beplant zijn. Het is een druif die veel warmte nodig heeft en daarom zul je hem voornamelijk in de vlakke dalen aantreffen, in tegenstelling tot een aantal witte rassen, die juist baat hebben bij de frisse minerale berghellingen. De plant heeft sterk de neiging om uitlopers te vormen: dit vergt dus veel werk in de wijngaard. Als er niet flink gesnoeid wordt en de productie gereduceerd blijft wordt het niet veel soeps. Hier zien we dus al de eerste inspanningen in de wijngaard.  Het is belangrijk dat de druif volop zon krijgt en goed rijpt om tot een goed resultaat te komen.

In de kelder zijn er dan weer diverse technieken om het tanninegehalte beperkt te houden. Korte maceratie, binden en neer laten slaan van de taninnes en rijping op hout zijn zo enkele mogelijkheden. Dan ontstaat een wijn met mooi donkerrood fruit,  en altijd toch een zeker rustiek bittertje in de achtergrond, intens gekleurd, krachtig, aards en met een intense fruitigheid waarin kersen, zwarte bosbessen, chocolade, pruimen, menthol en een peperige kruidigheid , donker van kleur (Lagrein Dunkel of Scuro genoemd), meer een “germaanse stijl” dan italiaans. Ook de rosé (Lagrein Kretzer of Rosato) is een serieuze wijn, met datzelfde fruit, droog en vol.Ook wat kruiden en bloemen op de achtergrond. Niet overdadig maar elegant. Frisse aanzet, zachte structuur, goede ruggengraat, niet te zwaar maar ook weer niet te dun of licht, verrassend tanninerijk (maar wel zacht) en mineraal in de lange finale.
Daarnaastlagreinkretzer leent de Lagrein zich uitstekend om fraaie blends met Merlot of Cabernet Sauvignon van te maken en ook met de Schiava (ofwel Vernatsch) worden lokaal wijnen gemaakt, zoals bijv. St.Magdalener.

Onze leverancier is Wilhelm Walch.  Dit familiebedrijf heeft 2 merken; Wilhelm Walch en (zijn echtgenote) Elena Walch, het merk waar de meeste promotie voor wordt gemaakt. Hier tref je een filmpje van een proefsessie van de 2010 Elena Walch Lagrein en hier een van enkele andere lagreins, dat heel aardig de potentie en de variatie in Lagreinwijnen aangeeft.
Nieuwsgierig geworden? Hier vind je mijn bijbehorende aanbieding.

Vandaag wil ik het met u hebben over de Ruchè. Deze magische wijn dankt in eerste instantie zijn wedergeboorte aan twee personages uit Castagnole Monferrato. Ten eerste, de pastoor Don Giacomo Cauda die zich met groot enthousiasme in de late jaren 1970 stortte op de productie van Ruche. En ten tweede de toenmalige burgemeester Lydia White – voormalig secretaris van de School van Landbouw van Asti – die een belangrijke rol heeft gespeeld met haar inzet voor het verkrijgen van de oorsprongsbenaming (DOC), die eindelijk werd toegekend in 1987. En sinds 2010 zelfs de DOCG-status . De wijn, Ruchè di Castagnole Monferrato geheten moet minstens 90% Ruchè bevatten en mag 10% Barbera en/of Grignolino hebben.

In 1964, toen Don Cauda aankwam in Castagnole Monferrato,  nam hij de leiding over het parochie landgoed, dat een klein stuk land met wijnstokken bevatte. Die wijnstokken met rode druiven wekten meteen de interesse en de opwinding van de jonge priester; hij rolde zijn mouwen op en maakte hen uiteindelijk weer populair. De vinificatie van de rode druiventrossen gaf vreugde en voldoening aan Don Cauda. Hij geloofde dat ze  een ‘geschenk van God’ waren, en deze zelfde uitdrukking is meer dan eens gebruikt in beschrijvingen van de Ruche. “Het heeft een perfecte body en een balans van geuren, smaken en boeket die uniek zijn. Genoten met mate, ” it frees the spirit and opens the mind...” “

Lang is er onduidelijkheid geweest over de herkomst van dit ras; de een dacht dat hij ook uit Piedmonte afkomstig is, anderen hadden het vermoeden van een Bourgondische afkomst. Recent genetisch onderzoek lijkt er op te wijzen, dat hij afkomstig is uit de Haut Savoie. Zijn frans klinkende synoniem Rouchet zou daar dan op kunnen wijzen. Andere synoniemen zijn Moscatellina,  Roché en Romitagi. Hoe het ook zij, je treft hem alleen maar aan in de 7 dorpjes Catagnole Monferrato, Grana, Montemagno, Portacomaro, Refrancore, Viarigi en Scurzolengo, ten zuiden van Asti. En heel soms , even verderop bij Allessandria onder de naam Moscatellina.

Het is een vroeg tot middellaat rijpend ras met een goede resistentie tegen verschillende virussen. De opbrengst is beperkt en in 2000 was er slechts 46ha. in aanplant. Dit areaal is sindsdien groeiende.

Castagnole Monferrato - Monferrato
montalbera

Soms kun je , als je een wijn te proeven krijgt, direct zeggen welke druif het is; denk aan sauvignon blanc bijvoorbeeld. Eenmaal die buxusgeur(“kattenzeik” is makkelijker te onthouden) in combinatie met het bloemige en de speciale zuren meegemaakt zorgt dat je vrijwel direct de sauvignon in je glas herkent. Met rode wijnen heb ik over het algemeen meer problemen, maar de Ruchè laat zich vrij gemakkelijk herkennen (vooral als hij nog jong is). De beste omschrijving is “een wijn met karakter”, onmogelijk om het te verwarren met een andere wijn vanwege zijn aangename florale hints van rozen en viooltjes en de fruitige noten van abrikoos. In de  mond overtuigt zijn grote zachtheid, elegantie en het gevoel van intimiteit met de drinker, die in sommige gevallen de grote structuur niet eens opvalt vanwege de verfijning van de fruitige aroma’s. Hij bevat een interessante zuuropbouw, die er tevens voor zorgt dat hij met het ouderen een opvallende fiefheid behoudt

Met een langzame evolutie en verouderingsproces gaan de typische heerlijk fruitige aroma’s over in een ultra-zachtheid en warmte, gevolgd door kruidige nuances van een zeldzame elegantie , vaak in verband gebracht met het gekarameliseerde suiker gehalte typisch voor overrijpe vruchten. De kleur verandert en evolueert van robijnrood, oogverblindend helder en paars,  naar granaat met een enkele paarse schittering. In bovenstaand filmpje worden 2 exemplaren geproefd..

Ruchè  is een wijn die geschikt is voor een oneindige verscheidenheid van momenten en wijn-spijs combinaties en wordt erg vaak door vrouwen zeer gewaardeerd boven andere wijnen uit Piedmonte.Populair in de streek is de combinatie met brasato al ruche , met kalfslever (fegato) of met een van de vele lokale kaasjes.
Mocht dit verhaal uw nieuwsgierigheid geprikkeld hebben, dan komt dat goed uit: hier vindt u de Ruchè van Montalbera en hier die van Le Formiche

In eerdere nieuwsbrieven heb ik u al eens verteld over de lokale druivenrassen, waar ik mij in probeer te specialiseren. Nieuwe technieken in zowel kelder als wijngaard ,evenals veranderende inzichten en consumentengedrag , hebben reeds voor veel,  bijna uitgestorven of vergeten,  druivenrassen een revival betekend.
In de komende tijd zal ik u meenemen naar een aantal van deze rassen, met daarbij natuurlijk de gelegenheid om deze ook te proeven..!web_tauberschwarz_3_karte

Als eerste is de Tauberschwarz aan de beurt. Dit druivenras treft men aan in het Taubertal en het Vorbachtal in Duitsland, gelegen op het grensvlak van Baden-Wurtemberg, Beieren en Franken. De oudste verwijzing stamt uit de 17e eeuw en in officiele stukken komt het in 1726 voor.  Midden vorige eeuw(1959) leek het met het rooien van een groot aantal wijngaarden uitgestorven te zijn. In 1960 vond men op een verlaten akkertje in Ebertsbron nog 400 stokken. Het staatsinstituut voor de wijnbouw stortte zich op het redden van dit ras. In 1994 werd het opgenomen in de officiele lijst van toegelaten druivenrassen en inmiddels is er 14 hectare tauberschwarz geregistreerd, verdeeld over de 3 genoemde Bundeslanden.
Tevens is de Tauberschwarz door de Slowfood-beweging opgenomen in hun “Ark van de smaak”wat ook iets zegt over zijn potentieel!
Synoniemen voor Tauberschwarz zijn: Blaue Frankentraube, Blauer Hängling, Blaue Hartwegstraube, Grobrot, Häusler, Süßrot, Karmazyn (in Tsjechie), Viesanka (in Kroatie). Vooral door het eerste synoniem kan er verwarring ontstaan met de Lemberger, die in Oostenrijk Blaufränkisch heet!
Het is een druif met een paarse schil, groeiend in een redelijk open tros. Hij heeft een dunne schil, wat hem gevoelig maakt voor schimmels. Houdt van een warm zonnig plekje. Kan goed tegen vorst.De druif is relatief bewerkelijk voor de boer.web_tauberschwarz_2_300

Tegenwoordig wordt uit de Tauberschwarz een cepagewijn van kwaliteit gemaakt. Soms is dit een lichte, ongecompliceerde en fruitige rode wijn met unieke donkere chocolade , amandel en zure kersen noten.

Het volledige potentieel van Tauberschwarz wordt echter pas goed duidelijk wanneer voor een consistente reducering van de opbrengst wordt gezorgd. De normaal nogal bleke wijnen zijn dan donkerrood. In tegenstelling tot de andere ,tegenwoordig in Franken nog al eens aangeplante, rode druiven Pinot Noir en Pinot Meunier, die al snel na oogst hun volledige smaak prijsgeven, zal de Tauberschwarz  pas na een jaar of twee ouderen zich ontwikkelen tot een volle wijn met alle nuances van zijn unieke,  licht rokerig bitterzoete smaak.
Een opvoeding in grote eiken vaten of barriques, doet  de Tauberschwarz goed ,als hij in de wijngaard reeds tot een gereduceerde opbrengst is teruggesnoeid. Hij kan dan echt een geweldige, zeer onderscheidende wijn zijn. De kleur verandert in een diep rood, de smaken intensiveren aanzienlijk. De de bittertonen wijken, de smaak van wilde kers wordt aanzienlijk versterkt, de wijn is een harmonieus en elegant geheel.

Tauberschwarz is prima alleen te drinken, de “gewone ” versie is zelfs in de zomer aangenaam door zijn frisse zurensamenstelling. En verder traditioneel bij varkensvlees of een uitgebreide broodmaaltijd met vleeswaren.

Nieuwsgierig geworden? Natuurlijk hebben we de Tauberschwarz van de topper uit de Taubervallei Jurgen Hofmann in ons assortiment. Klik hier om ze te bekijken.

Overigens is het ook mogelijk om thuis, met (wijn)vrienden en kennissen een proeverij te houden. Vraag vrijblijvend naar de mogelijkheden. (055-5051333 of info@stillsparkling.nl)

Het lijkt een tegenstrijdigheid, het voeren van een webwinkel en het persoonlijk kunnen adviseren van je klanten. En toch is het wat ik probeer te doen.
Daar is dan wel een samenspel met, lees terugkoppeling van, je klant voor nodig.

Een van mijn klanten maakt er zijn dagelijkse bezigheid van om over dit soort dingen na te denken: hij coacht mensen bij het maken van hun keuzes en bedenken van nieuwe ideeen. Vaak worden deze geboren uit een vraag, een behoefte.

Zijn wens is om een beeld te krijgen van zijn eigen “smaakprofiel” : wat vind ik nou lekker en hoe weet ik dus wat ik moet kopen. Het idee; hij wordt (bijv. door mij) gecoacht tijdens zijn zoektocht naar “zijn wijnsmaak”. Dit zou 1 op 1 kunnen, maar ook in groepjes. Ik vind het een hardstikke leuk idee en wil deze uitdaging graag aangaan.

Dus als u denkt: “dat lijkt mij ook wel wat”, laat het me dan weten, dan kunnen we aan de slag.

In het verlengde daarvan liggen natuurlijk de “gewone” proeverijen, of een eigen wijnclubje. Als u het gezellig vindt om thuis voor vrienden en kennissen een proeverij te organiseren, of regelmatig met gelijkgestemden van onze gezamelijke liefhebberij “wijn” te genieten, vraag dan eens vrijblijvend naar de mogelijkheden!

Mijn  kelderopruimingsaktie met 15%korting op alle wijnen is wel aangeslagen, maar nog niet iedereen is in de gelegenheid geweest om te bestellen. Ik verleng hem dus nog even tot 2 april (anders denkt u misschien dat het een grapje is..)

Tot de volgende keer!

Het is u vast niet ontgaan, het lijkt wel of steeds vroeger de kerstversiering tevoorschijn wordt gehaald. En dat allemaal om ons tot kopen,kopen,kopen aan te zetten. Dan kan ik natuurlijk niet achterblijven en moet ik het met u toch even hebben over de lekkere rode wijnen die u eens zou moeten proberen. Bij uw wildschotels, het kerstdiner, lekker bij de open haard of in uw Sinterklaas- of kerstcadeau.

Heel vaak krijg ik van mensen hele verbaasde gezichten als ik ze vertel dat ik rode wijnen verkoop uit Duitsland , Sud-Tirol en Oostenrijk en dat slaat dan om in ongeloof en/of meewarige blikken als ik zeg dat die ook nog van erg goede kwaliteit en heel erg lekker zijn.

Al eerder vertelde ik hier dat veel lokale rassen door nieuwe technieken aan een tweede jeugd bezig zijn, maar ook  de wijdverbreide, bekendere druivenrassen doen het op sommige plekken verbazingwekkend goed in deze landen, in de eerste plaats door het (micro)klimaat, het specifieke terroir en misschien ook wel door de volksaard, de precisie en grundlichkeit. Het resultaat is heel vaak een wijn van het druivenras, zoals het eigenlijk bedoeld is. Geen manipulaties om aan de “moderne smaak” tegemoet te komen, om mee te gaan met de vaak totaal uit balans zijnde “nieuwe wereld-wijnen-smaak” (de goede natuurlijk niet te na gesproken) in hun streven naar steeds voller, steeds zwaarder en logger ,maar  daardoor echter ook steeds meer uit balans. Veel zon en (dus) suikers kunnen daarvoor zorgen, maar om er dan een uitgebalanceerde wijn van te maken, vergt veel vakmanschap en kan gewoon niet in een massaproductieproces dat niets mag kosten.
Hoe het ook zij, dit is het seizoen om wat krachtiger rode wijnen te drinken en ik maak u graag attent op wat bijzondere pareltjes.

In de categorie inheems zijn dat de Zweigelts(3) , Sankt Laurent, Blaufrankisch uit Oostenrijk, Dornfelder en Frühburgunder uit Duitsland , Aragones en Touriga national uit Portugal en Lagrein uit Süd-Tirol(It.)
Daarnaast zijn er de diverse toppers op basis van Cabernet sauvignon, Pinot noir, Merlot en Shiraz uit deze gebieden, waarvan ik vandaag een wijnboer speciaal in het zonnetje wil zetten: Johann Gisperg. Hij is hier al eerder genoemd met zijn Neuburger die van Hubrecht Duijker lovende kritieken kreeg, maar ook zijn rode wijnen vallen met de regelmaat van de klok en steeds vaker in de prijzen.

Zijn Terroir de Pierre is zo’n winnaar en naar zijn eigen zeggen in Oostenrijk een soort cult-wijn. Deze wijn is een blend van Zweigelt, Sankt Laurent en Merlot; the best of both worlds dus. De druiven zijn geselecteerd en hebben een beetje houtopvoeding gehad. Top!